Waarde creëren met
‘kennis en kennissen’

In het hart van Aarle-Rixtel, vlak onder de rook van Helmond, ligt Wasserij Jaantje. Buiten wapperen de rood-witte shirts van ASV’33 aan een waslijn. Binnen zijn medewerkers druk bezig met wassen, strijken en vouwen. Achter in de open ruimte staan een gigantische wasmachine en droger te brommen.

Het initiatief voor een wasserij als dagbesteding kwam van Marscha en David Verstappen. Op zoek naar een investeerder met kennis van zaken klopten ze aan bij Lavans. Hun timing bleek briljant, want ook daar werd nagedacht over mogelijkheden om de particuliere markt te bedienen. Na één gesprek viel dan ook direct de beslissing: Lavans zou investeren in Wasserij Jaantje.

Gewoon bedrijf

Liefdadigheid? Piet Heerkens is er duidelijk over: “Absoluut niet, al zijn we natuurlijk vooral ingestapt omdat we dit initiatief een bijzonder warm hart toe dragen. Maar ons uitgangspunt is dat de wasserij zichzelf moet kunnen bedruipen. In dat opzicht is het een gewoon bedrijf.”

Ontmoeting

Gewoon of niet, bij Jaantje gaan de meeste dingen toch nét even anders. Midden in de zaak staat een grote keukentafel. “Wassen is van vroeger uit een sociaal gebeuren”, vertelt Piet. “Dat idee komt hier helemaal tot zijn recht. Klanten zijn welkom voor koffie en een praatje. De wasserij is een sociale ontmoetingsplaats.”

Succesvol

De inbreng van Lavans bestaat volgens Piet uit ‘kennis en kennissen’. “Wij weten het een en ander van wasprocessen én we hebben de contacten bij leveranciers. Door die partijen erbij te betrekken, heeft Jaantje een professionele start gemaakt.” Toch is hij bescheiden over zijn rol. “Het succes is vooral te danken aan de dagelijkse leiding van de wasserij. Zij trekken de kar. Wij doen op de achtergrond mee.”

Waarde

Het is de investering meer dan waard. Piet: “Geweldig om zo iets te kunnen betekenen. Medewerkers vinden hier een zinvolle dagbesteding, hun klanten een waardevolle dienst. Dat varieert van ouderen en zakenmensen tot sportclubs. Allerlei trends maken dat hier een markt voor is. Als het aan ons ligt, heeft over een paar jaar elk dorp een eigen ‘Jaantje’.”